Peak District (Engeland)
Hart van het Peak District (High Peak)
Pieken en dalen
Eind juli/begin juli waren we op vakantie in het Engelse Peak District. Het is een prachtig groen gebied met grillige rotsformaties. Je vindt er Victoriaanse chique in stadjes als Matlock Bath en Buxton. Maar ook oude industriesteden als Macclesfield en Glossop, met de bijbehorende kleine, zwart geblakerde huisjes. In het Peak District komen vijf graafschappen samen: Derbyshire, Cheshire, Staffordshire, Yorkshire, and Greater Manchester. High Peak, het hart van het national park en het stuk met de meeste ‘peaks’ ligt in Derbyshire.
![]() |
Barker Bank nabij Mam Tor in het avondlicht |
Industrie
De Industriële Revolutie is niet aan Peak District voorbijgegaan, sterker nog, het gebied vormt het hart daarvan. Peak District wordt geflankeerd door de grote industriesteden Manchester en Sheffield en ook Birmingham en Leeds zijn niet ver. Het gebied staat dan ook bol van de industriële geschiedenis. De sporen van de mijnindustrie zijn overal in het Peak District te zien. Hier werd hoofdzakelijk lood (Derbyshire) en steenkool (Lancashire) gewonnen en hier en daar (Hope Valley) edelgesteente.
![]() |
Blue John (bleu-jaune) stone in de gelijknamige 'cavern'. |
Na de 18e eeuw raakten de mijnen in verval. De aanwezige hoeveelheid delfstof liep steeds verder terug, waardoor het delven onrendabel werd. In het gebied vestigde zich vervolgens de textielindustrie. Het gebied rond Glossop was daarvan het centrum. Eind jaren 1930 kwam ook hieraan een einde. Tegenwoordig moet de regio het vooral hebben van de toeristenindustrie. Zowel de nog begaanbare mijnen als de grote oude textielmolens worden daarvoor ook benut.
Natuur
Peak District is ook een prachtig stukje natuur. Zoals de naam al doet vermoeden is het een gebied vol pieken en dalen: heuvels en ‘ridges’, tors, hooggelegen plateaus, ‘moors’. Maar je vindt er ook een aantal gigantische waterreservoirs en honderden beekjes en rivieren. Hoogten en diepten, ruige natuur die tot de verbeelding spreekt. Prachtige uitzichten heb je vanaf Mam Tor, Stanage Edge, Bamford Edge en Curbar Edge, maar hét pareltje is voor mij Winnat’s Pass. Het landschap heeft mij diep geraakt. Ik wil beslist nog eens terug.
![]() |
Windgather Rocks bij Kettleshulme |
Winnat’s Pass, Peak District op zijn best
In het hart van het Peak District National Park ligt Winnat’s Pass, een (slechts) 1,200 meter lange kloof/pas met aan weerszijden kalkrotsformaties van zo’n 400 meter hoog. De pas verbindt het dorp Sparrowpit in het westen met het lager gelegen stadje Castleton in het oosten. Op de hellingen van de pas groeit volop geel walstro (galium verum) en kruisbladwalstro (cruciata laevipes), naast andere wilde bloemen uiteraard. Er zijn diverse mogelijkheden om te komen naar het hoog boven de pas gelegen Winnat’s Head, met zijn 421 meter het hoogste punt van de rotsen rondom de kloof. Vanaf het westen lopen er paden vanaf Mam Tor naar Winnat’s Head, vanuit Castleton in het oosten zijn er zowel steile als minder steile paden. Wij startten onze wandeling bij de Speedwell Cavern parkeerplaats aan de oostpunt van de pas en kozen voor een langere, geleidelijk stijgende route.
![]() |
De oostelijke toegang tot de pas bij de Speedwell Cavern |
In de heuvels rondom Winnat’s Pass zijn grotten en mijnen te vinden. Een aantal daarvan is toegankelijk en kan worden bezocht. Ook binnen de mijnen is het flink klimmen. ‘Not for the faint hearted’, zoals de Engelsen het uitdrukken.
Winnat's Pass vanaf Winnat's Head met de weg door de pas in de diepte
Spookt
het in Winnats Pass? Lokaal
gaat een
griezelig verhaal overgeleverd over
de pas. Hoe kan het ook anders, de Engelsen
zijn dol op dit soort spookverhalen. Het
verhaal gaat zo. Het is april 1758
als een
jong stel, dat van de vader
van het meisje niet mag
trouwen, wegloopt
van huis met het plan in het huwelijk te
treden in het stadje Peak Forest. Dat was
in die tijd het Gretna Green van Engeland. En zo geschiedt. De jong
gehuwden Allen
(hoewel hij soms
ook wel Henry wordt genoemd)
en Clara genaamd reizen na de
huwelijksvoltrekking door Winnat’s Pass
op weg naar Castleton.
Onderweg worden
ze door vijf mijnwerkers gegrepen, naar een schuur gesleept, beroofd
en vermoord. Clara wordt gedood
met een houweel, Allen wordt
de keel doorgesneden. De lichamen
worden in een
grot verborgen, waar ze tien jaar
onopgemerkt liggen. Hun paarden zijn
de dag na de moord gevonden
in Sparrowpit, maar werden – uiteraard -
nooit opgeëist. Eén
van de zadels van deze onfortuinlijke
jonge mensen is nog te zien in een museum
in Castleton. De
moordenaars werden nooit
berecht of
gestraft, maar de goddelijke
hand greep in, zo
zegt men. Eén
van de mannen zou
zijn nek hebben gebroken bij Winnats Pass,
een tweede is
verpletterd door een vallende steen. Nummer
drie pleegde zelfmoord en
nummer vier stierf krankzinnig. De
vijfde van het stel ‘lived
to tell’, hij legt uiteindelijk een
bekentenis af op
zijn sterfbed.
Het jonge stel ligt begraven op het kerkhof van Castleton. Het verhaal gaat echter dat op stille dagen hun geesten nog te zien zijn en hun schreeuwen te horen tussen de rotswanden van de kloof.Ik moet zeggen, ik heb ze niet gehoord, maar ik was dan ook bij daglicht in de pas, terwijl het er druk was met toeristen. Hun geroezemoes overstemde natuurlijk ieder mogelijk ander geluid. Wel kan ik me zo voorstellen dat op een mistige herfstochtend…..
![]() |
De imposante kalksteenformaties van Winnat's Pass |
Gretna Green
BeantwoordenVerwijderenTnx, Dirk.
BeantwoordenVerwijderen